Volg ons

Jachtschotel

Vroeger een delicatesse

Jachtschotel was in de jaren zestig en zeventig geen gerecht voor doordeweeks. Het was in die tijd een delicatesse op bruiloften en werd als voorgerecht geserveerd. Als voorgerecht serveerde men dan jachtschotel en een soepje, daarna kwam de karbonade en als nagerecht een bavarois. Inmiddels wordt jachtschotel niet meer geserveerd op bruiloften en staat het ook doordeweeks op tafel. Het voordeel van dit gerecht is dat er een veelvoud aan (rund)vlees kan worden gebruikt; sukade bijvoorbeeld, een riblap of wild. Het is maar net wat je lekker vindt!

Bereiding

Smelt een klontje boter in een braadpan.
Snij het vlees in stukken en bak het met wat peper, zout, nootmuskaat en foelie kort aan.
Voeg wat water toe en doe de deksel op de braadpan.
Laat het vlees een half uurtje stoven.
Voeg na dertig minuten de gesnipperde uien toe, de appelstroop en de in blokjes gesneden peperkoek.
Laat dit een uurtje stoven op laag vuur.
Voeg na een uur een scheutje azijn, de goudbouillon en een half flesje donker bier toe. Roer goed door en doe er ook het bindmiddel - de instant maizena - bij.
Is de structuur te dik? Voeg dan wat water toe. Is het te dun? Voeg dan wat maizena toe.
Laat het vlees op laag vuur sudderen en ga aan de slag met de aardappelpuree.
Schil de aardappelen en kook deze in 20 tot 25 minuten gaar.
Pureer de aardappelen en breng ze op smaak met een klontje roomboter, melk, zout en peper.
Draai de puree door een passe vite (passeerzeef) zodat je een egale massa krijgt en je de puree mooi kunt presenteren.
Serveer de jachtschotel in een mooie schaal.
Doe eerst het vlees in de schotel en doe hierbovenop de puree.
Een beetje peterselie en eventueel jam maakt het gerecht af.